Als ze het nog een keer vraagt, zwijg ik, alsof ik haar niet verstaan heb.
Ik loop naar het raam en druk er mijn neus tegen aan.
"Ik ken het gevoel", zeg ik. "Alsof iemand je in je eigen huis heeft opgesloten".
Vreemd toch zoals mensen stoelen, tafels en kasten kriskras in de ruimte plaatsen.
Het meisje kijkt mij aan, een jonge vrouw eigenlijk. Ik ken haar denk ik.
Eens had Einstein gelijk, maar hij vergat deze plek. Het licht heeft geen snelheid meer.